Roadtrip 2 - Reisverslag uit Darwin, Australië van Alja - WaarBenJij.nu Roadtrip 2 - Reisverslag uit Darwin, Australië van Alja - WaarBenJij.nu

Roadtrip 2

Door: Alja

Blijf op de hoogte en volg Alja

05 November 2013 | Australië, Darwin

Hello everybody,
We zijn terug in Darwin, dus een goed moment om weer eens even iets te schrijven:D
Het laatste wat we jullie geschreven hadden, is over ons avontuur in Nitmiluk (Katherine Gorge), waar we een kwijlende kangoeroe naast ons hadden zitten tijdens het eten. De dag erna besloten we vroeg op te staan om een van de lange wandelingen door het park te maken (helaas waren de echt lange wandelingen afgesloten vanwege bosbranden en dus besloten wij die van 8km te doen). We dachten dat we best veel water bij ons hadden, maar halverwege bleek dat toch een beetje te positief ingeschat. We wisten dat er een watertank was om bij te vullen en we waren ook best blij toen we die vonden, alhoewel we nog 1 fles vol hadden. We liepen verder door het dorre landschap en kwamen uiteindelijk bij het uitkijkpunt van de gorge. Beneden zagen we de Katherine River en wat mensen die daar aan het kanoën waren, en toen bleek er ook nog een pad naar beneden te lopen! Natuurlijk waren wij ook wel nieuwsgierig en dus probeerden wij het pad naar beneden te volgen, waarna we besloten om nog wat rond te lopen en naar de overkant te hupsen over de rotsen die boven water lagen. Ja mam, boersma-wandelingen zitten toch een beetje in de familie denk ik;) Uiteindelijk waren we veel langer onderweg dan in het begin de bedoeling was geweest en dus zaten we op de terugweg een klein beetje in waternood… kortom, we waren heel blij toen we de watertank halverwege zagen staan:P Maar verder zijn we altijd heel voorzichtig met water meenemen etc hoor, don’t worry:P We hadden even een inschattingsfoutje hier.
De volgende dag stonden we vroeg op voor onze 3-daagse kanotrip. We mochten maar weinig spullen meenemen, omdat we 2 waterdichte zakken kregen en daar alles in moesten proppen (uiteindelijk bleken we nog ontzettend veel ruimte over te hebben). De trip ging ook over de Katherine River, maar dan aan de andere kant van de stad, zodat we na een halve dag alle tekenen van mensen achter ons hadden gelaten. Het was echt prachtig, superveel vogels, wat freshies (freshwater crocodiles, completely harmless, tenzij ze hun nest willen verdedigen of je ze uitdaagt), schildpadjes, een troep dingoes, wat wilde zwijnen en een bullshark (heeeel groot, wel 1 meter! En hij kwam recht op me af!). En Jelle’s comment: Ook op mij hoor! ’s Nachts sliepen we op een swag (een stuk canvas), in onze slaapzak. Gelukkig geen slangen oid die er bij ons in wilden kruipen. We hebben er wel bijna eentje omver gekanoed trouwens op de 1e dag, toen we ons best deden om een boom te ontwijken na een waterval, om vervolgens te horen dat er een heel dikke slang in zat (ook completely harmless natuurlijk;)). Anyway, we sliepen dus in de open lucht, zonder wc, douche etc, maar het was echt supergaaf! En we konden gewoon water uit de rivier drinken. En telkens als we het te warm kregen (en we in een ondiep stuk water waren, om er zeker van te zijn dat er geen salties – boze krokodillen- in de buurt waren), konden we onszelf met kleren en al in het water gooien om even af te koelen. Dat gebeurde best wel regelmatig ;) Helaas vlogen de 3 dagen zo voorbij en voor we het wisten waren we weer op weg naar het zuiden, waar we onze eerste nacht op een parkeerplaats/24h campingplaats langs de snelweg doorbrachten (in onze tent deze keer!). Afgezien van de herrie van de roadtrains – vrachtwagens met ongeveer 4 aanhangers – was dit best wel een goede optie voor het doorreizen, gewoon een gratis overnachting. Ook waren er nog 2 andere backpackers met een door-een-auto-overreden gitaar, wat wel heel gezellig was. De dag erna was het vooral reizen met wat stops bij roadhouses/kleine stadjes. New Castle waters was ons aangeraden door de Lonely planet en werd omschreven als een ghost town. Toen we er aankwamen, leek de lonely planet compleet verkeerd. Het was lang geleden dat we zo’n groene en goed onderhouden tuinen hadden gezien. Echter, toen we 3 huizen verder reden zagen we de ghost town. Allemaal verlaten huizen die open stonden met alle tafels etc nog binnen en bij sommigen stonden borden met wat uitleg. Het duurde even voor we begrepen dat het waarschijnlijk allemaal musea waren en we overal gewoon naar binnen konden lopen, wel een aparte ervaring. Omdat we er lekker tempo in hadden zitten, besloten we ook door te rijden toen de zon onder aan het gaan was. Helaas besluiten heel veel groepen kleine vogeltjes dat dat ook de tijd is om tikkertje te gaan spelen met voorbijrijdende auto’s. Onze auto was best goed in dit spelletje en toen we uiteindelijk stopten op een van de pauzeplaatsen naast de snelweg, heeft Jelle snel een zebravinkje van de gril/bumper “bevrijd” (hij was niet echt levendig meer.. ). Helaas was er ook een enorme kolonie mieren die het wel een mooie zonsondergang/pauzeplaats vond. Het was zelfs zo erg dat ik gewoon een hele afwasbak met water over de tafel heen heb gegooid en we er dus een begraafplaats van hebben gemaakt (voor mieren en vogeltje). Voor het ontbijt besloten we maar aan de andere tafel te gaan zitten voor het geval er toch nog overlevenden waren. Daarna reden we langs Tennant Creek met een heel mooi arts centre waar we nog meer uitleg kregen over de Aboriginals. Later op de dag kwamen we nog langs de Devils Marbles, enorme stukken steen die zomaar in het “platte land” liggen; heel raar, maar wel heel mooi! En toen brak de dag aan dat we Alice Springs mochten bezoeken; onze verwachtingen waren erg laag na alle ghost towns/historic towns/magnificent roadhouses, maar dit stadje (meer een groot dorp) bleek toch wel echt heel leuk. Het ligt midden tussen de bergen en is veel kleurrijker dan je zou verwachten voor een dorp in de desert. Ze hadden zelfs een Kmart (helaas hadden we niets nodig en dus zijn we er niet naar binnen geweest)! Het was ons plan om diezelfde dag nog door te rijden naar Uluru (Ayers Rock), omdat we dus niets van Alice Springs verwacht hadden. We bleven er echter iets te lang hangen en dus bleven we ergens halverwege op een parkeerplaats overnachten (deze keer zonder wc). Na 2 weken in tropisch gebied te hebben geslapen, viel het ons hier erg tegen om in de koude woestijn wakker te worden (veel te vroeg, omdat we op tijd bij Uluru wilden zijn). We trokken beiden onze dikste trui en broek aan en begonnen aan ons ontbijt en terwijl de zon opkwam besloten we ook langzaam die dikke kleren toch maar weer in te ruilen voor iets kouders. Rond half 8 kwamen we dan eindelijk bij de gate van Uluru National Park. Onderweg hadden we al heel veel foto’s geprobeerd te maken, wat nog redelijk lastig bleek met alle struiken en heuvels die er verassend genoeg omheen liggen (wie had dat verwacht in een woestijn!). We waren allebei zeer aangenaam verrast toen we ontdekten dat de Rock veel meer is dan een rock in een zee van rood zand. Eromheen staan dus best wat bomen en er vliegen zelfs heel veel vogels (opnieuw veel flocks met zebravinkjes, deze keer slim genoeg om geen tikkertje te spelen). Er zijn zelfs wat waterholes waar altijd water in staat en het dus een bron voor wildlife en planten is. Ook zijn er veel verhalen/dreamings van de Aboriginals met Uluru verbonden en tijdens een wandeling met een van de rangers, kregen we hier meer over te horen. Vlak in de buurt van Uluru, liggen de Olga’s of Kata Tjuta, wat volgens velen nog veel mooier hoort te zijn dan the Rock. Jelle en ik begonnen dus met hoge verwachtingen aan onze wandeling door de valleys tussen de rotsen. Er waren inderdaad stukken met mooie uitzichten, maar over het algemeen was het erg warm en nou niet veel mooier dan Uluru. Na een 2e uitstapje bij Uluru (met een uitgebreid Cultural Centre) besloten we door te rijden naar Kings Canyon. We moesten een beetje op tijd op staan, omdat de wandeling die wij wilden doen gesloten zou worden vanaf 9uur vanwege extreme hitte (naderhand bleek het tussen de 35 en 47 graden te zijn geweest die dag). Kings Canyon was echt heel mooi en na een zeer steile klim omhoog, hadden we prachtig uitzicht. Halverwege de wandeling, konden we een stuk omlaag lopen om terecht te komen in The Garden of Eden, een waterhole wat weer een paradijsje was voor planten en dieren:). ’s Avonds reden we door naar Alice Springs, omdat we (vooral ik) erg benieuwd waren naar het stadje by night. Na een pannenkoeken-diner, besloten we snel het centrum in te gaan om te kijken hoe dat eruit ziet op een vrijdagavond… verlaten… maar evengoed blijft het een leuk stadje:)
De dag erna wilden we toch nog even kijken bij de West MacDonnel Ranges die om de stad heen liggen en dus reden we via de “scenic drive” die kant op; dit houdt in dat de weg heel veel bochten maakt en bergjes heeft, wat wel een beetje een achtbaan-gevoel gaf. In de West Macs besloten we te beginnen met een van de lange wandelingen en dit leek heel goed te gaan, tot we ergens in een gorge terecht kwamen en de pijlen om de richting aan te geven in rook leken te zijn op gegaan. Na een aantal rondjes te hebben gelopen over de rotsen van de opgedroogde rivier, besloten we maar gewoon downstream te lopen in de hoop dat we daar bij het waterhole (en dus het visitor centre) uit zouden komen. Gelukkig waren er nog meer sporen van voorgangers die hetzelfde gedacht leken te hebben. Langzamerhand begonnen we ons weer een beetje zorgen te maken over onze watervoorraad, alhoewel we deze keer echt meer dan genoeg bij ons hadden, maar als je verdwaalt… Na een half uur lopen zagen we dan eindelijk een miniscuul pijltje met “visitor centre – 30min” en wisten we dat we gered waren! Vol nieuwe moed liepen we verder stroomafwaards, op zoek naar het veelbelovende waterhole om een frisse duik te kunnen nemen. Ondertussen kwamen we een andere toerist tegen en vroegen we hem naar de waterhole… waar we helaas al naast bleken te staan. Aan het feit dat wij dit over het hoofd hadden gezien als een zwembaar waterhole, kunnen jullie wel begrijpen dat het er niet echt uitnodigend uitzag met zijn ernome hoeveelheid algen. We kozen er dus maar voor om te wachten tot we bij Ellery Creek Waterhole zouden aankomen, wat beter zou moeten zijn. Deze keer hadden we onze verwachtingen iets bijgesteld en kwamen we inderdaad bij een pool waar je zou kunnen zwemmen, zigzaggend tussen de algen door en bevriezend van de kou, maar zwembaar (en kou is niet zo heel erg als het de hele dag rond de 40 graden is:P). De volgende ochtend vroeg besloten we nog een wandeling te doen rond Ellery Creek en na een opnieuw zeer verfrissende duik, reden we door naar onze laatste stop in de West Macs: Simpsons Gap. We kwamen tegelijk aan met een tourbus!!! (met 6 duitsers en een duitse gids). Naderhand waren we hen toch wel een beetje dankbaar, omdat we zonder hun gids waarschijnlijk de ini-mini blackfooted rock wallabies over het hoofd hadden gezien, zo groot als een konijn. Boven op een berg rotsblokken, konden we er uiteindelijk 3 spotten; ze zijn bijna uitgestorven in Australië. ’s Avonds wilden we doorrijden om bij Tennant Creek uit eten te gaan. Helaas bleek alles dicht of veel te duur en dus besloten we maar door te rijden om zelf ons eten te koken op een pauzeplaats… die pauzeplaats bleek toch wel ver weg en in het donker rijden is niet leuk en dus stopten we bij een roadhouse. Terwijl we vrolijk in het Nederlands aan het overleggen waren of we er wilden overnachten of niet, attendeerde de receptionist ons er (in het Nederlands) op dat we hier in ieder geval een douche hadden. Op dat punt konden we niet meer terug en besloten we dus daar te overnachten. Gisteren stopten we onderweg even in Daly Waters, een erg bekende pub hier in de regio. Er was ook een wandeling met uitleg over een ondekkingsreiziger die hier jaren geleden doorheen probeerde te komen. We vertrokken met wat donkere wolken op de achtergrond, maar aangezien het tot dan toe wel vaker had gedreigd, trokken wij ons er niet zoveel van aan. Bovendien hoopte ik nog steeds een echte storm mee te maken. Je raadt het al: tijdens onze wandeling viel het ineens met bakken uit de hemel en vanwege de veel te gladde kleigrond, besloten we op blote voetjes verder te lopen, terwijl Jelle mij uitgebreid bedankte voor mijn wens over een storm. Helaas was het korte vreugde en na de regen, wat wind en een beetje onweer, klaarde het alweer op, zodat we als 2 verzopen katjes terug kwamen bij de pub. Hierna konden we verder met onze doorreis richting Mataranka: home of the hot springs! Rond 4 uur kwamen we bij de Bitter Springs aan, wat een stinkend moeras bleek te zijn. Op de stukken waar we mochten zwemmen, was het water wel heel helder en op de bodem waren fluorescente planten te vinden. We besloten de duik toch te nemen en zwommen snel met de stroom mee (onze tenen stotend aan verborgen rotsen) naar het andere trappetje om het water weer uit te klimmen. ’s Avonds kampeerden we in een andere gedeelte van het National Park, waar we aankwamen met een dreigende lucht. We besloten de tent maar eens met haringen vast te zetten en nog even te wachten met koken. Uiteindelijk bleef het bij wat dikke druppels en wat bliksem... en het geloei van een buffel op de achtergrond. Toen het echt donker was en we in de gaten kregen dat de buffel erg boos werd als wij een lamp aanzetten, leek het ons toch slimmer om de achterbank van de auto maar weer eens te ontruimen en in de auto te slapen. Met ons waren er ook veel insecten (en een heel dik wesp-achtig beest) die hetzelfde idee hadden. Dat laatste beest besloot op Jelle te gaan zitten, meteen nadat we de lamp uit hadden gedaan en dus was het eventjes paniek in de auto. Nadat alle lampen weer aan waren en we een vernieuwde poging hadden gedaan om alle insecten (en vuurvliegjes) weg te jagen, bleek het dikke beest tussen onze voor-het-raam-hangende-theedoeken door te kunnen vliegen en dus konden opnieuw alle lampen aan en alle insecten verjaagd worden. Al met al, lukte het ons uiteindelijk toch om in slaap te vallen en dus werden we vanochtend met een aantal verse muggenbulten wakker (voornamelijk ik eigenlijk). Onze tent bleek nog heel te zijn, alleen hadden wat vleermuizen het aangezien voor een wc en dus mochten we hem eerst schoonmaken. Na een wandeling langs de prachtige Mataranka falls, kwamen we bij de echte thermal pools en opnieuw arriveerden we met bijgestelde verwachtingen. Deze pools waren wel echt thermal pools, die je zo in een spa zou kunnen vinden en dus bleven we daar lekker hangen in de rustige sfeer van duizenden tetterende vleermuizen op de achtergrond. Daarna werd het toch echt tijd om door te rijden naar Darwin en een slaapplaats te zoeken. Dit bleek iets lastiger dan gehoopt en nadat we eindelijk een aantal adressen van campings hadden, bleken deze gesloten te zijn en kon ik nog snel een hostel boeken. Nu zitten we op het vliegveld te wachten tot Elena zo aankomt en… Jelle een uurtje later vertrekt:( Dus dit is een mooie manier om nog even wat herinneringen op te halen en snel wat foto’s over te zetten.
En hopelijk worden de komende 4 weken met Elena net zo leuk!

  • 14 November 2013 - 15:03

    Lieke:

    Zo ontzettend leuk om dit allemaal te lezen. Ik wil teruhuuug :p

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Darwin

Australië:D

Stage in Australië

Recente Reisverslagen:

05 November 2013

Roadtrip 2

24 Oktober 2013

Roadtrip 1

12 Augustus 2013

Tijd voor een update :)

22 Juni 2013

een uitgebreide update:)

18 Mei 2013

Andere steden verkennen:)
Alja

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 876
Totaal aantal bezoekers 9819

Voorgaande reizen:

04 Juli 2019 - 27 Augustus 2019

Indonesia and Australia

11 April 2013 - 12 December 2013

Australië:D

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: