Roadtrip 1 - Reisverslag uit Katherine, Australië van Alja - WaarBenJij.nu Roadtrip 1 - Reisverslag uit Katherine, Australië van Alja - WaarBenJij.nu

Roadtrip 1

Door: Alja

Blijf op de hoogte en volg Alja

24 Oktober 2013 | Australië, Katherine

Hey allemaal,
Eindelijk weer even internet, dus ik zal maar even laten weten hoe het met me gaat :) Heb helaas nog niet mijn laatste blog van Brisbane geschreven, maar die komt nog (heb gelukkig een agenda die me helpt met dingen herinneren). Alles gaat nog goed; Jelle (een vriend die ik nog ken uit Enschede en die 3 weken met mij samen reist) en ik zijn ondertussen echt aan onze roadtrip begonnen en dus zal ik jullie snel even bijpraten. Jelle helpt me, terwijl hij me chips aan het voeren is, omdat het heel moeilijk is om te onthouden wat we gedaan hebben, je raakt echt compleet je gevoel voor tijd en dagen kwijt hier.
Dag 1: Heel vroeg ‘s ochtends (6uur) heb ik afscheid genomen van Brisbane. Een vriend van me zou me op komen halen (nog een heel mooi verhaal hoe dat gegaan is trouwens, zoals jullie hopelijk straks nog in mijn blog over Brisbane kunnen lezen). Na alle gebeurtenissen in de nacht ervoor werd het allemaal iets later en dus had ik weinig tijd om er echt bij stil te staan, wat ook wel weer fijn was. In het vliegtuig kon ik gelukkig lekker bijslapen om vervolgens in Darwin aan te komen en Jelle slapend in een stoel aan te treffen. Vanuit daar namen we de shuttle bus naar het centrum om onze auto op te halen. Dit ging niet zo soepel als we gehoopt hadden, want we konden blijkbaar niet 3000 dollar in een keer af laten schrijven. Na verschillende dingen geprobeerd te hebben, bleek ons dagelijkse limiet maar 1000 dollar te zijn en dus werd het een beetje moeilijk betalen. Jelle kon gelukkig zijn bank bereiken en het bedrag telefonisch ophogen naar 2500 dollar en dus konden we gezamenlijk toch de 3000 dollar betalen :). Ondertussen was het wel al redelijk laat en we wilden nog een berg boodschappen doen bij de Kmart (een soort zeeman, maar dan echt met superveel spullen!) en de supermarkt. Toen we beide winkels ongeveer leeg hadden gekocht, was het al tijd om een camping te zoeken en niet nog verder door te rijden. We dachten een goede camping gevonden te hebben, maar omdat het al donker aan het worden was mochten we niet meer het terrein oprijden en dus hebben we besloten om nacht 1 maar heel simpel in een hostel door te brengen. Ik moet zeggen dat ik heerlijk geslapen heb met de airco aan!
Dag 2: Jeej, tijd om richting Kakadu te vertrekken! Onderweg toch nog even gestopt bij de Kmart om een paar dingetjes bij te halen. Daarna nog een keer gestopt omdat Jelle nog iemand moest bellen zolang er nog bereik was. Later op de dag reden we door Mary River Wetland en hadden we het geniale idee om op het heetst van de dag een wandeling te maken langs de Billabong. Het was wel heel erg mooi en we hebben ook een dingo of wilde hond gespot (helaas is het zonder verrekijker lastig te zeggen). We mochten niet te dicht bij het water komen, want er zitten overal krokodillen, maar meer dan een skelet vanuit de uitkijktoren hebben we niet gezien. Volgens Jelle zaten er daar ook ontzettend veel vliegen waar we last van hadden (we waren nog niet zo slim geweest om de anti-insect spray als standaard bagage mee te nemen), maar ik kan me daar niet meer zoveel van herinneren(Jelle’s comment: Jelle heeft duidelijk gelijk in dit geval!). Er zitten gewoon overal 10.000 vliegen! Na een paar andere stops, kwamen we bij onze eerste echte camping in Jabiru. Het was ons heel sterk afgeraden om naar de gewone bushcampings te gaan zonder douches en dus gingen we naar een wat duurdere camping met zwembad. Later snapten we ook wel waarom, nadat we een paar korte stops in de 35-40 graden en 90% humidity hadden gemaakt. De timing was perfect: het begon donker te worden en er kwam regen aan, dus we wilden snel onze tent opzetten. Na heel veel proberen en draaien en trekken kwamen we toch echt tot de conclusie dat de binnentent en de buitentent niet matchten. We hadden evengoed de hoop dat het met een paar goede haringen (en de ingangen aan 2 andere kanten van de tent) nog wel zou lukken. Ijdele hoop: de haringen konden met geen mogelijkheid de grond in, zelfs niet toen we alle hoeken van de camping hadden geprobeerd. Ondertussen (je raad het al), was het dus ook nog gaan regenen en dus besloten we maar in de auto te slapen. Na een hele volksverhuizing van alle spullen die we zo mooi hadden ingekocht was het tijd voor diner. Jelle’s comment: Alja wist wel hoe het werkte, want die had het eerder gebruikt. In ieder geval hadden we dus een gaspitje en dat werkte heel netjes, behalve als je er nog een pan op wilde zetten, want die sloot de vlam af van de zuurstof. Met een halve pan op het vuur, lukte het dan toch om half gare pasta te maken en saus. Het opruimen van het pitje was nog leuker: we kregen het gastankje met geen mogelijkheid unlocked (wat je moet doen voor de veiligheid als je klaar bent met koken). Na 15min proberen, dan toch maar met grof geweld en toen vloog de hele bovenkant van het pitje af. Dat was het moment waarop we ons realiseerden dat we de bovenkant gewoon hadden kunnen omdraaien en dat we daarmee de blokkering op konden heffen én de pan normaal op het vuur konden zetten. Right… tip for the next time dus…
Dag 3: Na een nacht op de redelijk harde achterbank/koffer van de auto, was het tijd voor ontbijt. Hier ging alles goed tot onze verbazing en dus waren we precies op tijd voor onze tour naar Arnhem Land. Later kwamen we er nog achter dat ze ons ook gewoon bij de camping hadden kunnen oppikken en dat dat ons de bloedhete wandeling naar het centrum van Jabiru had kunnen besparen.
Arnhemland is een stukje Aboriginal Land, waar je echt een vergunning voor moet hebben. Het was echt een heel gave ervaring, waarbij we heel veel grotschilderingen hebben gezien en uitleg hebben gekregen van een (volgens een paar oude zanikerds in de groep té) enthousiaste gids. Die mensen waren overigens Nederlanders en niet blij met het uitstel van de lunch, omdat de gids bleef vertellen. Maar het is echt heel interessant om meer over die cultuur te horen, over alle goden en verhalen en de manier waarop ze jagen etc etc. Op de terugweg hebben we toch maar gevraagd om weer in het centrum afgezet te worden, zodat we nog een tent konden halen. Vol met nieuwe moed en een nieuwe tent, probeerden we nu wel daarin te overnachten. Helaas helaas… kregen we haringen dus nog steeds niet in de grond en sliepen we maar weer in de auto. Het koken ging wel een stuk soepeler, maar in tegenstelling tot onze “verwachting” is het niet mogelijk om eten opnieuw op te warmen, nadat het een dag in een warme eski heeft gestaan. Na 2 happen eten, besloten we maar water te koken en voor de noodles te gaan… en voor de volgende dagen ijs te halen om de eski ook als eski (ipv oven) te laten werken.
Dag 4: Tijd om de camping te verlaten en naar Ubirr te reizen, vlakbij Arnhemland. Daar begonnen we met een bushwalk langs de Alligator River en na 2 seconden kijken realiseerden we ons dat dat inderdaad een geschikte naam is (behalve dan dat het geen Alligators zijn, maar krokodillen;)). Overal waar we de rivier in zicht hadden zagen we minstens 3 krokodillen zwemmen en wat barramundi’s (vissen) springen en dus was dit heel spectaculair! Totaal onverwachts bracht de wandeling ons vervolgens ineens langs allerlei rotsformaties en zelfs een grot. Sommige dingen waren genummerd en aan het einde van de wandeling kwamen we erachter dat als we de wandeling goed om hadden gelopen, we er een boekje met uitleg bij hadden gehad. Daarna reden we echt door naar Ubirr om meer schilderingen te bekijken en we zagen meteen dat het hier toeristischer is. Opzich was het ook heel mooi en er was nog een prachtige look-out aan het einde van de wandeling. ’s Avonds besloten we door te rijden naar een government campsite, waar we in eerste instantie nog een wandeling wilden maken (helaas was deze afgesloten vanwege een boze buffel). We waren de eersten die aankwamen op de camping en dus hadden we rustig te tijd om spullen op te zetten. De tent hebben we niet eens geprobeerd; we hadden ondertussen zo’n goede routine in het vrijmaken van de achterbank en het risico dat de haringen weer niet de grond in zouden willen was vrij groot (en belangrijker, we waren moe en hadden honger). Tijdens ons eten, zagen we toch nog meer mensen aankomen … en weer wegrijden… en weer aankomen etc. Het was in het donker niet zo duidelijk waar de camping was…
Dag 5: Op deze dag stond Nourlangie op het programma: nog meer rock-art en uitleg over de Aboriginals (niet dat het ooit mogelijk is om deze compleet te begrijpen, maar ieder beetje is meegenomen). We besloten eerst een minder touristische billabong-walk te doen en genoten van het uitzicht en de stilte. Nourlangie zelf was redelijk druk en alhoewel het mooi was om meer schilderingen te zien, was de uitleg nihil en de schilderingen vielen een beetje tegen. Op de terugweg besloten we nog een minder bekende track te doen naar andere schilderingen rond Nourlangie. De “bushwalk” leidde ons door een redelijk open vlakte, maar gelukkig was het een beetje aan het bewolken. De rots zelf was echt spectaculair, met heel veel goede schilderingen en uitleg en dus een positieve verassing voor ons Later reden we door naar Cooinda, waar we nog even wat ijs wilden halen voor onze eski. De auto dacht hier helaas anders over en nadat hij warme lucht ging blazen, had ik dus in de gaten had dat er iets niet helemaal goed ging; Jelle’s comment: en Jelle had niks in de gaten hoor. 2 seconden later ging het acculampje en vervolgens ook nog de temperatuursensor branden en wast het tijd voor een noodstop. Gelukkig leek er niets heel ernstigs te zijn (geen rook), alleen maar wat kokend koelwater… en later ontdekten we ook de riem die onder de auto op de grond lag…
De eerste auto die voorbij kwam (echt verassend snel na onze noodstop), bracht ons verder naar Cooinda… en het was slim geweest om in de gaten te houden hoe ver onze auto nou precies daar vandaan was. Vanuit Cooinda konden we de NMRA bellen en een half uur later, kregen we eindelijk bevestiging dat ze ons zouden komen helpen binnen 45minuten. We vroegen bij de receptie even na hoe ver het terug lopen was naar de highway en zij zeiden dat het ongeveer 15minuten zou zijn. Vol goede moed begonnen wij Nederlanders dus mooi aan onze wandeling (het was niet zo heel warm meer… 35 graden gok ik) en na 25 minuten, besloten we toch maar dat Jelle even vooruit zou rennen (Jelle’s comment: Dit is echt niet aan te bevelen bij 35 graden!!) – Ondertussen ben ik bijna in slaap gevallen, aangezien het typen van Jelle 3uur lijkt te duren—(Jelle: En Alja laat dit duidelijk weten door stilzwijgend nee te schudden… :p)
Verder met mijn reisverslag: Achteraf bleek het zo’n 5 km naar de highway te zijn en vanaf daar nog zo’n 5km naar onze auto. Gelukkig is liften in Australië niet heel erg moeilijk en dus kwam ik 5min na Jelle, die ook een lift had gekregen, aan bij de auto. De sleepwagen was gelukkig tegelijk met Jelle aangekomen en ook de monteur kwam tot de conclusie dat er waarschijnlijk niets ernstigs aan de hand was, alleen de riem die de accu met de motor verbind was gebroken. Na dit goede nieuws, moesten we toch terug gesleept worden naar Jabiru en duimen dat ze daar een vervangende riem hadden hangen (zo niet, dan zouden we nog 3 dagen moeten wachten omdat het natuurlijk zaterdagavond was). Blijkbaar helpt het om te duimen, want ze hadden er zelfs 2 op voorraad en dus konden we nog een uur later opnieuw wegrijden bij Jabiru op weg naar Cooinda. Ondertussen werd het al donker en dus werd het een heel ingespannen rit om geen kangeroes aan te rijden (uiteindelijk heb ik alleen een dingo gespot ergens in de bosjes). Op de government camping aangekomen, reden ook wij eerst 3 rondjes (dit is niet dezelfde als waar we eerder hadden overnacht!) om vervolgens te snappen hoe de camping in elkaar zat. Het avondeten verliep soepel, afgezien van een possum die vlakbij uit de boom viel… Je raad het al: we sliepen weer in de auto.
Dag 6: Na een ochtendbushwalk langs een heel mooie billabong, vertrokken we richting een echte camping in Cooinda (waar we de dag ervoor de NMRA hadden gebeld en dus kwamen we ook wat “bekenden” tegen) en besloten we het de rest van de dag iets rustiger aan te doen. Valk voor de lunch liepen we nog even naar het cultural center (achteraf een heel dom idee vóór de lunch, aangezien dat centrum toch wel erg interessant was en we dus met knorrende magen nog terug moesten lopen voor onze lunch). Verder hadden ze een heerlijk zwembad op de camping om af te koelen (het was nog steeds tussen de 35 en 40 graden). Waarom we deze avond geen tent hebben opgezet weet ik niet meer… gewoonte?
Dag 7: Onze tour naar de Jim Jim Falls met een 4WD. Onze gids wist heel veel over bushfires en fruit etc. Blijkbaar zetten Aboriginals stukken expres in de fik, wanneer het nog een beetje vochtig is, zodat bliksem in het einde van het dry season minder schade aanricht. De Jim Jim Falls en Twin Falls waren heel mooi (behalve de Falls zelf… die waren namelijk droog in deze tijd van het jaar). Voordeel is dat er eigenlijk geen andere toeristen meer zijn en dus hadden we de pool bij de Jim Jim Falls voor onszelf (ofja onze groep dan). Het is een beetje moeilijk uit te leggen hoe gaaf dit was, dus hopelijk kunnen jullie de foto’s binnenkort zien:) Bij de camping aangekomen, besloten we door te reizen richting het zuiden, naar een 5 dollar government camping (zonder douches of water dus). Het was maar 35 graden en we hadden gezwommen, dus we dachten dit 1 nacht te kunnen overleven. We kwamen aan in het licht en vroegen ons af of we op de camping waren of gewoon op een carpark. Om ons heen was alles afgebrand en kaal en somber, maar het bleek toch echt de camping te zijn. Wel waren er bbq’s en dus wilden we een vuurtje maken, waar Jelle zich (na 3 gezamenlijke pogingen) verder mee bezig zou houden. Dit ging verbazingwekkend goed, terwijl ik eten aan het koken was. Zodra we beiden aan tafel zaten, dacht het vuur helaas ook pauze te hebben en werd het pikkedonker, afgezien van ons kleine lampje (de maan was ook verdwenen achter een dikke laag wolken). Toen begon de freakie stuff (Jelle’s comment); in de verte zag ik ineens een licht, terwijl er niets hoorde te zijn in onze omgeving. Ondertussen begon het ook flink te waaien en zag ik mooie bliksem in de verte. Een half uurtje later was er ineens een 2e lichtje, wat een grote vlam werd en toen weer gewoon klein werd. Vervolgens zag ik nog een licht/vuur echt vlakbij ons, waarvan we zeker wisten dat er daar niets was toen het nog licht was… toen Jelle naar de wc moest, wilde ik dus liever niet alleen bij de auto achterblijven (heel begrijpelijk toch?). Hahaha Jelle’s comment. Terug bij de auto zag ik ook nog eens een dikke rat wegrennen en was ons plaatje compleet. Totale verbazing: we sliepen die nacht in de auto (en hebben het overleefd!). – Terwijl ik hier aan het typen ben, hupt er trouwens een giftige pad rond --
Dag 8: Tijd voor een morningwalk rond onze prachtige campground. Het leek erop alsof het bomen waren die in brand stonden/waren gezet?, want er waren er nog een paar aan het roken. Hoe is voor ons nog steeds een raadsel, maar we waren niet erg verdrietig om door te rijden… helaas was dat ook een goodbye to Kakadu NP. Al met al echt zeker de moeite waard!
Dit in tegenstelling tot Pine Creek “een historische stad van Australië”. Nadat we een uurtje hier in dat uigestorven gat hadden rondgelopen en langs de 2 gesloten spoorwegmusea waren geweest, was het tijd om maar weer verder te rijden, richting Edith Falls (Nitmiluk NP). Onderweg kwamen we daar een brand tegen, die echt net begonnen was. Het was heel spectaculair om zoveel verdord gras in vuur en vlam op te zien gaan, maar het vuur leek behalve dat, niet echt iets te beschadigen. Aan het einde van de weg was de campground waar we wilden overnachten en deze was echt prachtig groen. Edith Falls had wel een echte waterval en een pool waar we mochten zwemmen (de sweetwater crocs zijn over het algemeen niet gevaarlijk voor mensen). Na een wandeling naar de top van de eerste waterval, kwamen we bij een andere pool (upper pool genaamd), waar we met nog een ander koppel en duik namen. Ofja, dat andere koppel was er al. Het water was redelijk donker, maar tegelijkertijd heel helder. Jelle liet wel even zien hoe je de pool in moest gaan en nadat hij erachter was gekomen dat de stenen toch wel heeeeel erg warm zijn, nam hij een “prachtige” duik met behulp van de zeer gladde rotsen. Ik ben ervan overtuigd dat het helemaal zo gepland was (NOT!). En nu komt het: omdat de camping zo prachtig was, besloten we voor het eerst(!) onze tent uit te proberen én de haringen pasten in de grond! Helaas heeft Jelle alsnog erg slecht geslapen…
Dag 9: Met pijn in onze harten namen we afscheid van de prachtige pool bij Edith Falls en reden we door naar Katherine, wat toch wel een stadje blijkt te zijn (ze hadden zelfs een echte supermarkt!). Bij het information center, waren we samen met nog een heleboel toeristen om info te verzamelen en even handig gebruik te maken van de gratis wifi. Ook kon ik eindelijk weer smsjes ontvangen! Na een korte shop-stop (waarbij ik eindelijk nieuwe slippers kon halen, zodat ik ze niet iedere 3 passen moet fixen), reden we door naar de Cutta Cutta Caves. De meest vreemde grotten die ik ooit gezien heb; het is er het hele jaar door 35 graden en hoge humidity, maar niet nat. De stalagmieten en –tieten groeien hier echt alleen tijdens het wet season, waarbij de grot meestal ook vol water komt te staan. Daarna doorgereden naar Nitmiluk NP, waar we erachter kwamen dat de meeste wandelingen zijn afgesloten vanwege bosbranden. Gelukkig was de campground nog wel open en konden we binnenrijden… het was net iets minder triest dan onze eenzame 5-dollar camping. Omdat wij geen stroom nodig hebben, konden we doorrijden naar het uiteinde en hier is het net wat beter. Maar wat ons weer helemaal blij maakte, waren de walibi’s die hier gewoon de hele dag rondhuppen (met joey’s = jonkies !!!). En zo zitten we dus vanavond hier in Nitmiluk (maar tegen de tijd dat dit op internet gepost wordt zitten we weer in Katherine, waar wel internet is).

Foto’s oploaden gaat nog een beetje lastig, maar misschien dat ik wat op facebook kan zetten:)
See you!

  • 24 Oktober 2013 - 17:47

    Joke:

    Klinkt allemaal reuze spannend. Het lijkt me anders niet prettig om steeds in de auto te slapen.
    Maar Alja, ik dacht je tijd van de 'Boersma-wandelingen' achter je had gelaten. Je weet toch dat je niet zomaar moet gaan lopen, dan moet je dwars door bossen en prikkeldraad terug.
    Is die auto trouwens gekocht of gehuurd?

Tags: Kakadu

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Katherine

Australië:D

Stage in Australië

Recente Reisverslagen:

05 November 2013

Roadtrip 2

24 Oktober 2013

Roadtrip 1

12 Augustus 2013

Tijd voor een update :)

22 Juni 2013

een uitgebreide update:)

18 Mei 2013

Andere steden verkennen:)
Alja

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 257
Totaal aantal bezoekers 9821

Voorgaande reizen:

04 Juli 2019 - 27 Augustus 2019

Indonesia and Australia

11 April 2013 - 12 December 2013

Australië:D

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: